Veelgestelde vragen over groenonderhoud
Gazononderhoud
Waarom staat het gras in de openbare ruimte zo hoog?
We hebben een extreem nat voorjaar gehad. Daardoor konden we veel gazons niet maaien, omdat we dan diepe sporen zouden achterlaten. Vocht in combinatie met soms hoge temperaturen zorgt ervoor dat het gras snel groeit. We werken hard om de achterstanden op te lossen. Maaien gaat beter op zandgronden dan op veen- en leemgronden. Die ondergronden zijn namelijk natter, waardoor je de berm sneller kapot rijdt.
Na het maaien blijft er soms gras op de wegen liggen. Waarom ruimen jullie dit niet op?
Nat gras kan tijdens het rijden onder de maaidekken wegvallen. Of van de banden. We proberen dit zoveel mogelijk te voorkomen. Ervaart u overlast, meld dit dan via onze website.
Onkruid op verharding
Hoe komt het dat er veel onkruid tussen de stenen en in de goten groeit?
Als het veel regent en bij hoge temperaturen groeit onkruid snel. Het is niet haalbaar om alles tijdig te onderhouden. Wij gebruiken geen chemische middelen, maar bestrijden het onkruid met hete lucht en vuur.
Om het vele onkruid aan te pakken, gebruiken we tijdelijk een extra veegmachine en een onkruidborstel. Dit doen we tot juli. Meestal stopt het onkruid daarna snel met groeien. Op plekken waar de veegmachine niet kan komen, gebruiken we een bosmaaier om het onkruid weg te halen.
Bermen
Wanneer repareren jullie de gaten en sporen in de bermen?
Zodra de bermen voldoende droog zijn kunnen we deze herstellen. Hiervoor zetten we extra mensen in om het werk zo snel mogelijk uit te voeren. Gelukkig komt er beter weer aan.
De bermen zijn de afgelopen periode zo nat geweest dat er gaten en sporen zijn ontstaan. Door alle regen konden we de bermen niet repareren. Het verplaatsen van modder heeft geen zin, want modder heeft geen draagkracht. Dat zou een vals gevoel van veiligheid geven.
Waarom kiest de gemeente voor ecologisch bermbeheer?
In de media gaat het er vaak over: het staat er slecht voor met de biodiversiteit (verschillende plant- en diersoorten). Door onze bermen ecologisch te maaien kunnen we hier iets aan doen.
Ecologisch bermbeheer versterkt de biodiversiteit. Zo helpen we verschillende plant- en diersoorten om zich te vestigen. Zo ook natuurlijke vijanden van de eikenprocessierups en andere plagen, zoals luizen.
Hoe zorgen jullie voor biodiversiteit en lage, veilige bermen?
Tijdens het maaien halen we gras en andere planten weg. Op die manier komen er geen voedingsstoffen in de bodem. De grond wordt minder vruchtbaar. Dit noemen we ‘verschraling’. Door de bodem te verschralen wordt de begroeiing lager. Hogere grassen, die veel voedingsstoffen gebruiken, maken ruimte voor bloemrijkere beplanting. Zo dragen we bij aan biodiversiteit en veilige bermen (voor automobilist én voetganger).
Voedselarme grond trekt ook andere planten aan. Planten zoals ridderzuring, brandnetel en braam verdwijnen juist door verschraling.
Komen de planten/het onkruid uit de berm ook op mijn grond?
Het kan tijdelijk voorkomen dat er ongewenste planten op uw vruchtbare tuingrond groeien. Dit is een moeilijke periode (overbrugging). We begrijpen uw zorgen. Na 2 tot 3 jaar verschralen komt dit nagenoeg niet meer voor, omdat planten die van arme grond houden niet snel groeien op vruchtbare tuingrond.
Als de juiste situatie is bereikt, dan hebben we een diverse begroeiing, passend bij onze omgeving (= inheems). Deze planten zullen zich niet meer naar uw grond uitbreiden.
Is een bloemrijke berm een ecologische berm?
Dat hoeft niet. Een berm met bloemen ziet er mooi uit, maar heeft vaak weinig waarde voor insecten. Ons doel is juist om lokale planten, insecten en diersoorten te stimuleren. Daarom kiezen we bij de gemeente Coevorden voor ecologisch bermbeheer. We zaaien zo min mogelijk in. Doen we dit wel, dan kiezen we voor een Drents mengsel, ontwikkeld door de provincie Drenthe en Landschapsbeheer Drenthe. De samenstelling van het mengsel varieert per omgeving, zodat de planten passen bij het gebied waar ze groeien.
Jacobskruiskruid
Wat doet de gemeente aan Jacobskruiskruid?
Over Jacobskruiskruid zijn de meningen verdeeld. Voor insecten is deze plant een essentieel onderdeel van onze flora. Aan de andere kant kan Jakobskruiskruid een serieus probleem voor boeren en paardenhouders zijn.
Jacobskruiskruid komt bijna niet voor als de grasmat dicht is. Door ecologisch maaibeheer toe te passen streven we naar een dichte grasmat. We maaien niet om deze plant te bestrijden, maar passen ons maaibeleid wel aan.
Feiten en fabels over Jacobskruiskruid
- Jacobskruiskruid en andere in Nederland voorkomende Kruiskruiden zijn giftig voor zoogdieren, maar het is een fabel dat dieren sterven na één hap van deze plant.
- Kruiskruiden zijn giftig voor mensen, maar het is een fabel dat Jacobskruiskruid een groot gezondheidsrisico voor mensen vormt.
- Jacobskruiskruid is vanaf 1975 met bijna 50 procent toegenomen, maar het is een fabel dat deze soort wordt uitgezaaid en een enorm goede windverspreider is.
Hoe kan het dat Jacobskruiskruid is toegenomen?
Door de aanleg van infrastructuur, bebouwing en het teruggeven van landbouwgrond aan de natuur zijn er meer geschikte groeiplaatsen voor Jacobskruiskruid. Jacobskruiskruid werd vroeger ingezaaid in wegbermen, maar dat gebeurt al lang niet meer.
Moeten we Jacobskruiskruid uitroeien?
Jacobskruiskruid is een belangrijke bron van nectar en pollen. Zo’n 150 insectensoorten, waaronder veel bijen, zweefvliegen en vlinders gebruiken deze plant. Het is niet wenselijk om Jacobskruiskruid uit te roeien. Daarnaast is dat praktisch onmogelijk.
Waar groeit Jacobskruiskruid?
Jacobskruiskruid heeft een open stukje grond nodig om te kunnen ontkiemen. Denk aan een molshoop. Mensen veroorzaken ook grote ‘verstoringen’ in de grond. Denk aan grondbewerking of het bouwen van woonwijken en het aanleggen van wegen. Zonder dat we erbij nadenken verstoort veel vee in de weilanden en natuurgebieden de grond ook. Dit zijn ideale plekken voor Jacobskruiskruid om te ontkiemen.
Hoe wordt Jacobskruiskruid verspreid?
Verspreiding is niet te voorkomen. Het is noodzakelijk om schade aan bermen in het voor- en najaar te herstellen. Kapotte bermen zijn de perfecte plek voor deze planten. Jacobskruiskruid komt bijna niet voor als de grasmat dicht is.
Japanse duizendknoop
De gemeente bestrijdt de Japanse duizendknoop op gemeentegrond. heeft u overlast op uw eigen grond, dan kunt u zelf het volgende doen:
- Steek de plant 15-20 cm onder de grond af, net onder het groeipunt. Herhaal dit zo nodig meerdere keren per seizoen;
- Maai de plant af. Dit moet meerdere keren per groeiseizoen gebeuren;
- Doe het afgeknipte groen altijd in de grijze bak, niet in de gft-container;
- Het regelmatig weghalen van de stengels werkt vaak niet goed, omdat de plant steeds terugkomt. Om hem effectief te bestrijden, moet u ook de wortels aanpakken.
De Japanse duizendknoop begint in maart met groeien. Deze plant veroorzaakt veel schade, omdat zijn wortels door beton, kademuren en straten groeien. De wortels van de duizendknoop zijn sterk vertakt en groeien meestal tot 80-100 cm diep. De plant verspreidt zich door stukjes wortel of stengel. Als de plant eenmaal groeit, is het lastig om hem weg te krijgen. Lees meer informatie over het herkennen en bestrijden van de plant op de website van het NVWA.
Reuzenberenklauw
De gemeente pakt de reuzenberenklauw aan op gemeentegrond, omdat deze plant snel groeit en andere planten verdringt. Daarnaast kan de plant overlast en gezondheidsklachten veroorzaken. Bij beschadiging komen stoffen vrij die ernstige brandwonden kunnen veroorzaken. De reuzenberenklauw groeit vooral langs water, wegen en spoorlijnen en kan 3 tot 5 meter hoog worden.
Hoe herkent u de reuzenberenklauw?
- De plant is erg groot, met een hoogte van 3 tot 5 meter;
- De stengels zijn 5 tot 10 cm dik en hebben paarse vlekken;
- De bladeren zijn diep ingesneden en kunnen wel 3 meter lang worden.
Wat kunt u doen om de reuzenberenklauw te verwijderen?
- Steek de plant 15-20 cm onder de grond af, net onder het groeipunt. Herhaal dit enkele keren per groeiseizoen;
- Maai de plant meerdere keren per groeiseizoen (minimaal 5 keer) af;
- Voorkom verspreiding in uw tuin. Als u de plant in uw tuin laat staan, zorg dan dat er geen zaden ontstaan. Dit voorkomt verspreiding. Verwijderen blijft de beste oplossing;
- Doe de resten van de plant in de gft-container. Hiermee voorkomt u dat de plant zich verder verspreidt.
Grote waternavel
Deze plant groeit vooral in stilstaand, voedselrijk water zoals vijvers, sloten en kanalen. Onder warme omstandigheden groeit de waternavel razendsnel. Binnen een paar dagen vormt hij meterslange stengels en dikke drijvende matten die het wateroppervlak bedekken. Hierdoor verdringt de plant andere water- en oeverplanten en vermindert hij de kwaliteit van het water.
Wat kunt u doen tegen de grote waternavel in de vijver?
- Gooi geen waterplanten uit uw vijver of aquarium in sloten, kanalen of ander oppervlaktewater. Zelfs kleine stukjes van de grote waternavel (enkele centimeters groot) kunnen uitgroeien tot nieuwe planten en het wateroppervlak bedekken;
- Heeft u te veel waterplanten in uw vijver of aquarium? Stop ze in de gft-container. Hiermee voorkomt u verdere verspreiding.